- Het gaat zo goed met de Amerikaanse economie dat de kans ook groot is dat de inflatie langer hoog blijft.
- Hierdoor moet de Amerikaanse centrale bank de beleidsrente mogelijk sterker verhogen dan eerder gedacht.
- Valuta-expert Joost Derks van iBanFirst legt uit wat dat kan betekenen voor de dollar.
ANALYSE – De Amerikaanse economie staat er prima voor. Dat is ten minste de onderliggende toon in de stroom economische cijfers die deze maand naar buiten kwamen.
De arbeidsmarkt is roodgloeiend en er komen veel nieuwe banen bij. In januari waren dat er nog 517.000, terwijl economen op ongeveer 200.000 extra werkplekken hadden gerekend. Die toename is een signaal dat het bedrijfsleven niet met angst en beven naar de rest van 2023 kijkt.
Dat geldt ook voor de Amerikaanse bevolking. Afgelopen maand veerden de winkelverkopen met 3 procent op. Mensen geven aan allerlei zaken meer geld uit. En dat doe je natuurlijk niet als je bang bent om binnenkort je baan te verliezen. In bijna elk geval zouden economen behoorlijk blij worden van dit soort cijfers. Helaas vormt de huidige situatie een uitzondering.
Inflatie blijft ‘plakken’ in VS
De krapte op de arbeidsmarkt en de stijgende uitgaven kunnen ervoor zorgen dat lonen van werknemers en prijzen van producten of diensten verder omhoog gaan. Dat lokt dan weer een reactie uit bij de Amerikaanse centrale bank.
De Federal Reserve – ook wel ‘Fed’ genoemd - probeert de inflatie via onder meer renteverhogingen omlaag te drukken tot een niveau van circa 2 procent.
Op het eerste gezicht lijkt de Fed daar redelijk in te slagen. In januari bedroeg de gemiddelde stijging van goederen en diensten 6,4 procent, vergeleken met dezelfde maand een jaar eerder. In december lag de inflatie op 6,5 procent en enkele maanden eerder werd zelfs een niveau van 9 procent aangetikt.
Maar wie wat verder kijkt, ziet al snel waar de pijn zit. De daling van de inflatie was voornamelijk het gevolg van lagere energie- en voedingsprijzen.
De kerninflatie, waar de Federal Reserve scherp op let, staat nog op 5,6 procent. Dat is nauwelijks lager dan de 5,9 procent van de zomermaanden van 2022. In combinatie met de signalen van toenemende krapte op de arbeidsmarkt en hogere consumentenuitgaven, ontstaat zo het beeld dat de inflatie een stuk hardnekkiger is dan waar veel partijen stiekem op hoopten.
Rente van centrale bank moet mogelijk verder omhoog
Die plakkerige inflatie kan ervoor zorgen dat de Fed voorlopig door moet gaan met het verhogen van de beleidsrente. Aanvankelijk leek de beleidsrente van de centrale bank te kunnen pieken op 5 procent, om daarna de weg omlaag weer in te zetten.
Steeds meer economen rekenen er nu op dat de beleidsrente een niveau van 6 procent bereikt. Aanhangers van de econoom John Taylor – die dertig jaar geleden in een fraaie vergelijking de link legde tussen inflatie en beleidsrente – houden zelfs rekening met een stijging tot 8 procent.
Dat belooft weinig goed voor de Amerikaanse economie, maar een dergelijke renteverrassing zou de dollar wel een stevige duw in de rug geven. Een hogere rente maakt het namelijk relatief aantrekkelijker om vermogen in de desbetreffende munt aan te houden.
Sinds september vorig jaar heeft de euro flink terrein teruggewonnen op de dollar, omdat de Europese Centrale Bank wat agressiever werd met het verhogen van de beleidsrente. Deze maand is de opmars van de euro echter stil gevallen. Als de Amerikaanse inflatie inderdaad langer op een hoog niveau blijft, ligt een felle tegenstoot van de dollar op de loer.
Joost Derks is valutaspecialist bij iBanFirst. Hij heeft ruim twintig jaar ervaring in de valutawereld. Bekijk de video's over ontwikkelingen binnen de valutawereld op het YouTube-kanaal van iBanFirst.